Een dag in de speeltuin
Een dag in de speeltuin
Het is een mooie zomerdag en je besluit met je gezin naar de speeltuin te gaan. De picknick spullen zijn ingepakt, speelgoed voor de kids zit in de tas en vol goede zin gaan jullie op pad. Wat fijn, een dagje uit met het gezin!
Bij de speeltuin aangekomen zoeken jullie als ouders een lekker plekje op in het zonnetje en de kids zoeken een plekje in de zandbak en gaan van start met het bouwen van het mooiste zandkasteel ooit. Dan ineens komt er een ander kind de zandbak in gerend en duikt boven op jouw kind, dat pardoes achterover valt. Je kind staat op, schudt het zand van zijn kleding, nog wat overrompeld door het plotselinge geweld en net op het moment dat jouw kind weer wat stevig staat wordt hij wéér omver gelopen. De ouders van het kind zitten even verderop te kletsen en hebben niet door wat er in de zandbak gebeurt. Inmiddels wat onzeker staat jouw kind weer op, schudt het zand wederom van zijn kleren en gaat samen met zijn zusje verder aan het zandkasteel. Het andere kind is inmiddels de zandbak weer uitgevlogen, dus de rust is wedergekeerd. Het ging allemaal zo snel, dat ook jullie niet op tijd waren om jullie kinderen in bescherming te nemen. Wat ontdaan door het gebeuren besluiten jullie om op de rand van de zandbak te gaan zitten, zodat jullie in kunnen grijpen als dat nodig is. Het onbezorgde gevoel waar jullie de ochtend mee begonnen heeft toch een klein deukje opgelopen, maar jullie schudden het even van jullie af en richten je weer op dat zandkasteel. Om jullie heen liggen de schepjes, emmertjes en zandvormen om het kasteel zo mooi mogelijk te maken.
Plots verschijnt daar een ander kind, dat zich groot maakt en vlak achter jullie dochter gaat staan. Langzaam loopt hij wat heen en weer terwijl jullie dochter probeert weg te komen. De jongen blijft echter achter jullie dochter aanlopen om vervolgens te urineren op de schepjes, emmertjes en de zandvormen. Stom verbaast staren jullie naar de straal die spetterend neer komt op het speelgoed van jullie kinderen. Nadat het kind zijn blaas geleegd heeft, loopt het zonder jullie verder nog aan te kijken weer weg.
Jullie besluiten de zandbak te laten voor wat het is en zoeken een andere plek in de speeltuin. De schommels zijn altijd favoriet en lachend kijken jullie wie het hoogst kan schommelen. Totdat er een groepje kinderen verschijnt dat besluit om precies in de baan van de schommel te gaan staan. Jullie wachten even totdat het groepje door zal lopen, maar dat gebeurt niet. Jullie vragen of ze even aan de kant willen gaan, zodat jullie kunnen schommelen, maar ze doen net alsof ze jullie niet horen.
Naar de glijbaan dan maar? Inmiddels wat onzeker lopen jullie als gezin over het terrein. En voordat je er erg in hebt, staan er twee kinderen om jullie heen te springen. Ze trekken aan het haar van je dochter en duwen je zoon opzij. Je wordt boos op de kinderen en zegt ze op te houden. Je dochter begint te huilen. Je kijkt om je heen waar de ouders zijn die net aan komen lopen om te kijken wat er aan de hand is. Je geeft aan dat je dochter onzeker en angstig wordt van het gedrag van hun kinderen en vraagt of ze jullie wat ruimte kunnen geven. De ouders snauwen jullie toe dat ze het zelf maar uit moeten zoeken, dat er niets aan de hand is en dat jullie dan niet naar een speeltuin moeten gaan. Wat een leuke dag had moeten zijn, wordt zo een dag vol spanning en nare momenten.
Dit alles klinkt absurd niet waar? En uiteraard is dit ook niet hoe een dag er in de speeltuin uit ziet. Kinderen zijn dan wel kinderen, maar leren van hun ouders wel wat grenzen zijn en hoe je met anderen om gaat. Een ongelukje kan gebeuren, maar niemand laat zijn kind regelmatig een ander kind op de grond duwen. Gelukkig maar, want stel je voor dat elke dag dat je kind naar school gaat er zo uit zou zien!
En toch is dit wel hoe het er in een gemiddeld losloopgebied voor honden eraan toe gaat. Het woord ‘losloopgebied’ lijkt een vrijbrief te zijn om alles toe te staan. Als je een hond hebt die angstig word van opdringerige honden, of als je een eigenaar vraagt om wat ruimte te geven, wordt je vaker wel dan niet toegesnauwd dat je dan maar niet in dat gebied moet gaan lopen. Nog altijd denkt het merendeel van de mensen dat honden het zelf uit moeten zoeken en is de zin “ze doen niks hoor!” waarschijnlijk de meest uitgesproken zin.
Honden willen het niet zelf uitzoeken. Er is geen enkel goed argument om dat standpunt te willen blijven geloven. Zowel voor de hond met lomp gedrag, als de hond die het onderspit moet delven zijn hier alleen maar negatieve gevolgen. De hond die continu omver gelopen wordt kan leren dat het van zich af moet bijten om zichzelf te beschermen. De hond die lomp reageert kan de dupe worden van de hond deze hond. Of ken je die hond die bij elke naderende hond plat op de grond gaat liggen? De ene keer springt hij ineens op, de andere keer blijft hij stil liggen. Ook deze hond voelt zich negen van de tien keer niet fijn en weet niet wat hij met de situatie aan moet. Leerervaringen die opgeslagen worden in het emotionele geheugen van je hond en die een voorspeller worden voor toekomstig gedrag. Hierover kun je hier lezen.
Dus alsjeblieft; houd rekening met elkaar. Laat honden het niet onderling uitzoeken. Zie een losloopgebied niet als vrijbrief om niet op je hond te hoeven letten en waar alles kan en mag, maar zorg ervoor dat iedereen daar met plezier kan wandelen. Heb respect voor de mensen die (non)verbaal aangeven ruimte nodig te hebben en roep je hond even bij je zodat jullie elkaar veilig kunnen passeren. Zo houden we het met zijn allen fijn en veilig.